- Intrede (met een lied of vers)
- Begroeting door de priester:
woordje uitleg over de viering
- Schuldbelijdenis ‘Heer ontferm U’
- Gloria (alleen op zon- en feestdagen):
Eer aan God in den hoge ...
- Openingsgebed:
Priester richt zich tot God in gebedshouding
- Eerste lezing
- Psalm
- Tweede lezing (alleen op zondag)
- Alleluia met evangelievers (in de vastentijd geen alleluia)
- Evangelie-lezing
- Homilie: preek
- Geloofsbelijdenis (alleen op zondag)
- Voorbeden
- Offerande: aanbrengen van de gaven
- Gebed over de gaven
- Prefatie:
- Lied: ‘Heilig’ (Sanctus)
- Eucharistisch gebed met consecratie
(Hocus Pocus)
Eén van de misdienaars rinkelt de bel wanneer de priester de gewijde hostie en de beker met wijn in de hoogte steekt.
- Onze Vader
- Vredeswens
- Lam Gods
- Communie
De priester deelt gewijd brood (hosties) uit aan de kerkgangers
- Slotgebed
- Zegen en zending
- Slotlied
Kerkgangers komen binnen en maken een kruisteken met wijwater.
Bij de intrede gaat iedereen staan.
Iedereen mag gaan zitten.
Iedereen gaat staan.
Iedereen mag gaan zitten.
Iedereen gaat staan.
Iedereen mag gaan zitten.
De misdienaars brengen de offerande naar het altaar, de priester dankt God voor de gaven. Iedereen gaat staan.
Iedereen gaat staan.
Iedereen wenst de mensen rondom zich vrede en gaat nadien terug zitten.
Iedereen gaat staan.